Bloomington, Minnesota, het jaar 1967: de revolutionaire klanken van Jefferson Airplane vullen het land, de zomer der liefde brengt de jeugd in vervoering. There's something in the air ; de Verenigde Staten trillen van genot. Dit geldt niet voor Larry Gopnik, wiens leven op dat moment uit elkaar valt. Zijn vrouw wil van hem scheiden, hij wordt bestolen door zijn dochter en zijn zoon is enkel geïnteresseerd in rock-‘n-roll en loopt zelfs stoned rond op zijn eigen bar mitswa. Zijn sociaal gehandicapte broer – die weigert het huis te verlaten – en een beeldschone, naakt zonnebadende buurvrouw duwen Larry nog verder naar het randje van de afgrond.
De gebroeders Coen drinken hun humor zwart. Doorgaans portretteren ze small-time people, die, vrijwel altijd ongewenst, veel te ver in een kwalijke situatie verzeild raken. Dit is het lot van het Coens-personage; de maatschappij – of een andere verzengende kracht – benadeelt de simpele ziel om een onverklaarbare reden, en om dit verlies van balans weg te poetsen moet de persoon in kwestie het lot tarten en los komen van zijn overzichtelijke bestaan. Zo ook Larry Gopnik in ‘A Serious Man’. Het resultaat is de gebroeders Coen in optima forma: komisch en intellectueel stimulerend, depreciërend t.a.v. traditie en leidend naar een reflectie op onze eigen hondenlevens door middel van de volgende vraag: kun jij serieus blijven als het leven je zonder omweg uitlacht?
De keuze van Emma De Swaef en Marc Roels.
