Monika, een dertienjarige Litouwse zangeres, komt aan in Dublin met haar moeder – een pianiste – en haar demente grootmoeder. Wanneer haar moeder een promotie aanvaardt in de plaatselijke visfabriek en hun klavierinstrument verkoopt, weigert Monika om haar droom om het groot te maken op te geven. Ze bedenkt een plan om het klavierinstrument terug te krijgen, zodat ze kan optreden in ‘Het Kasteel’, een mysterieuze plek waar ze is uitgenodigd om te zingen.