Jimmie is verliefd op een prachtig Victoriaans huis in San Francisco, dat zijn grootvader ooit eigenhandig gebouwd heeft. Hij schildert minutieus de raamkozijnen, onderhoudt de voortuin en zorgt ervoor dat zijn grootvaders werk de trots van de straat is. Het enige probleem is dat het huis niet meer in het bezit is van zijn familie, en de huidige bewoners niet zo opgezet zijn met zijn overijverige toewijding aan hun woonst.

Ondertussen wonen enkel nog witte gezinnen in de voormalige immigrantenwijk en is het majestueuze huis van zijn grootvader ettelijke miljoenen waard. Dit houdt Jimmie en zijn beste vriend Montgomery echter niet tegen om elke week een pelgrimstocht af te leggen door San Francisco naar Jimmies droomhuis en zich voor te stellen hoe het leven zou zijn als deze buurt nooit was veranderd.